Heimans en Thijsse Symposium 2024
Graag geziene gast of lastpak? Is er ruimte voor wilde dieren in Nederland?
De laatste decennia hebben zich een aantal soorten wilde dieren in Nederland gevestigd en/of sterk uitgebreid (bijv. wilde broedende ganzen, bever, das en recent de wolf). Deze uitbreiding leidt bij diverse soorten tot schade en overlast. Het draagvlak in de maatschappij staat bij sommige soorten sterk onder druk. Wat moet de strategie zijn van de natuurbescherming met betrekking tot de problematiek van schade en overlast?
Op zaterdag 23 november vond in Wageningen voor ruim 200 deelnemers het jaarlijkse symposium van de Heimans en Thijsse Stichting plaats. Thema was deze keer of er ruimte voor wilde dieren is in Nederland. Diersoorten die op zich heel welkom zijn, maar toch ook voor problemen zorgen. Het gaat daarbij om soorten die vanouds in Nederland voorkomen, zij het soms al lang geleden, en die zich in de laatste 50 jaar opnieuw hebben gevestigd (soms door herintroductie) of sterk hebben uitgebreid, zoals grauwe gans, vos, bever, wild zwijn, das en recentelijk natuurlijk de wolf. Deze uitbreiding heeft zich niet alleen voorgedaan in natuurgebieden, maar juist ook daarbuiten. Dit herstel was mogelijk door betere bescherming, uitgebannen vervolging en verminderde jachtdruk. Ook factoren als klimaatverandering, betere voedselcondities e.d. kunnen hebben bijgedragen.
De sterke toename van de soorten leidt soms tot schade en overlast en roept daardoor forse weerstand op. Vergoedingsregelingen hielden het maatschappelijk en politiek draagvlak voor de toenemende aantallen lang in stand. De recente polarisatie in maatschappij en politiek in combinatie met een toename van dierpopulaties die lang voor onmogelijk werd gehouden, zet het draagvlak voor wilde dieren echter in toenemende mate onder druk. De vraag is wat het antwoord van de natuurbescherming moet zijn. Ecologische argumenten lijken in de gepolariseerde discussies steeds minder indruk te maken. Hoe creëren we ruimte en draagvlak voor toenemende aantallen wilde dieren in Nederland, juist ook buiten de natuurgebieden?
Het gaat daarbij niet alleen om de fysieke ruimte, maar vooral ook over de ‘psychologische ruimte’. Zijn we als maatschappij en als politiek bereid en in staat om wilde dieren ruimte te geven, ook als we daar last van hebben en in de toekomst misschien wel steeds meer last? En wat is daar dan voor nodig? Hoe brengen we hierover het gesprek op gang tussen partijen die elkaar niet lijken te begrijpen. Over deze vragen ging dit symposium.
Anton van Haperen gaf een beknopte introductie op het thema waarin hij onder andere liet zien dat provincies in 2023 ruim 55 miljoen Euro hebben uitgekeerd om schade te compenseren. Het overgrote deel daarvan wordt uitgekeerd voor schade door ganzen, genoeg reden om later in het programma Bart Ebbinge aan het woord te laten over ganzen.
Geïntegreerde aanpak
Femke Hilderink (wildlife expert van het WNF) nam de toehoorders mee naar verre buitenlanden waar deze problemen in nog veel grotere mate spelen dan bij ons. Olifanten, leeuwen en grote kuddes grazers zijn niet de gemakkelijkste buren. Met een heel simpel voorbeeld illustreerde zij dat acceptatie soms sterk kan verschillen. Schaapsherders in een deel van Mongolië accepteren een jaarlijks verlies van 10% van hun kudde aan wilde roofdieren, het is ‘part of the game’, terwijl in een ander deel van Mongolië die acceptatie er absoluut niet is. Cultuur speelt dus een belangrijke rol. Femke onderstreepte dat de frictie tussen mensen en wilde dieren vraagt om een integrale aanpak. Dat is precies wat het WNF nu ook op een aantal plaatsen in de wereld met een pilot probeert. Daarbij gaat het om aspecten als wederzijds begrip voor de situatie, preventie en mitigatie, omvang schade maar ook om het aanwezige beleid en de monitoring. Uiteindelijk resulteert hun aanpak in een soort spinnenweb waarop je voor diverse aspecten op een schaal van 1 tot 5 kunt zien wat de belangrijkste knelpunten en wellicht dus ook aangrijpingspunten zijn. Het is een arbeidsintensieve maar wel vruchtbare aanpak die vooral heel veel vergt van de capaciteiten voor communicatie van alle betrokkenen. Belangrijke aandachtspunten zijn:
1) Begrijp de oorzaken van het conflict (dat is lang niet altijd de schade);
2) Heb voldoende aandacht voor de emoties;
3) Zorg voor genuanceerde berichtgeving;
4) Betrek belanghebbenden en let daarbij op machtsverhoudingen;
5) Er zijn geen snelle oplossingen;
6) Blijf communiceren, mens-dier conflicten worden nooit helemaal opgelost;
7) Identificeer gedeelde belangen als basis voor dialoog.
Tot nu toe zijn pilots met deze aanpak alleen in het buitenland gedaan.
Ganzen en dassen
Bart Ebbinge (ganzenonderzoeker externe medewerker Wageningen University & Research en oud-voorzitter IUCN-SSC Goose Specialist Group) ging uitgebreid in op het wel en wee van ganzen. Na een dreigende verdwijning uit Nederland in de jaren 60, zijn diverse soorten ganzen nu niet meer weg te denken uit ons landschap. Bart Ebbinge maakte duidelijk dat de toename van de aantallen ganzen sinds de jaren zestig vooral een gevolg is van de verminderde jachtdruk in diverse West-Europese landen. De toegenomen landbouwproductie is wel van invloed op de verspreiding van de ganzen, maar niet de primaire oorzaak voor de sterke toename. De grote aantallen ganzen leidden ook tot een sterke toename van de aangerichte (landbouw)schade. Met een uitgekeerd schadebedrag (2023) van ruim 40 miljoen is 75 % van het totale uitgekeerde schadebedrag in Nederland voor rekening van de ganzen. Een bedrag wat niet alleen door toenemende aantallen ganzen maar ook door de stijgende grasprijzen jaarlijks nog flink op kan lopen merkte Mirjam Sterk, gedeputeerde natuur van de provincie Utrecht, later op de dag nog eens op. Van op kaart ingetekende opvanggebieden trekken de ganzen zich niet veel aan.
Hoewel dat in de schadecijfers niet echt tot uiting komt, geeft ook de das in Nederland aanleiding tot overlast. Na heel sterk terug gedrongen te zijn tot in de jaren 70 neemt ook de das de laatste decennia weer sterk toe. Jaap Dirkmaat (directeur Vereniging Nederlands Cultuurlandschap) gaf aan dat dankzij de schade-uitkeringen (overigens beperkte: ca. 0,6 miljoen euro in 2023) de weerstand tegen deze diersoort beperkt is. Toch vindt er jaarlijks nog steeds (illegaal) afschot plaats. In de ons omringende landen behoort zo’n afschot haast tot een soort jaarlijkse folklore, waarbij grote aantallen dassen worden geschoten. Wederom een cultuurverschil….
Bij dassen en ganzen is de maatschappelijke onrust betrekkelijk gering. Dankzij ruime financiële vergoedingen en aanvullende beheermaatregelen (opvanggebieden, verjagen, inrichtingsmaatregelen) kon deze overlast tot nu toe zodanig worden beperkt of gemitigeerd dat het maatschappelijk draagvlak redelijk in stand bleef. Het is wel de vraag of dat zo blijft. De kosten van de schadevergoedingen nemen immers sterk toe (verdrievoudiging in de laatste 10 jaar) en het instrumentarium voor beheermaatregelen wordt door strikte regelgeving ingeperkt. En niet in de laatste plaats: maatschappelijke en politieke polarisatie zorgt ervoor dat partijen langs elkaar heen praten. Dit zien we momenteel heel sterk bij de wolf.
Een goede dialoog is noodzaak
Het belang van een goede communicatie was het thema van de voordracht van Noëlle Aarts (hoogleraar socio-ecologische interacties, Radboud Universiteit). Dat die communicatie nu vaak niet goed gaat was de zaal na afloop van haar voordracht glashelder. Noëlle begon al met uitspraken als ‘feiten zijn feiten, maar percepties zijn realiteiten’. De deelnemers aan een discussie hanteren vaak geheel verschillende uitgangspunten en door het ontbreken van begrip voor elkaar kan communicatie het probleem dan zelfs verergeren. Voorbeelden van die tegengestelde opvattingen zijn bijvoorbeeld:
a) de dieren horen hier wel/niet thuis;
b) de dieren vormen een kans voor de natuur resp. de dieren vormen een bedreiging voor ons;
c) de natuur controleert zichzelf versus de natuur heeft beheer (ingrijpen) nodig.
Een fraai voorbeeld van de verschillen in framing van de natuur vormden twee uitspraken: a) “We hebben een biodiversiteitsherstel plan nodig, want anders gaat het helemaal mis met de natuur” resp. b) “Je wilt niet weten wat wij moeten spuiten om de natuur er onder te houden”. Hetzelfde geldt voor de framing van wolven resp. het zijn indringers, moordenaars dan wel de wens dat ze goed worden beschermd en dat ze een plek vinden waar ze veilig kunnen bewegen. Met zulke verschillende gezichtspunten en zo weinig begrip voor elkaar komt discussie ook niet goed. De neiging om vooral te praten met gelijkgestemden overtuigt ons nog meer van de juistheid van de eigen beweegredenen. Noëlle vervolgt met: “Zolang gesprekken alleen worden gebruikt om de eigen waarheid te verkondigen, een maatschappelijke rol te bevestigen of meer politiek gewicht te krijgen, zal de zoektocht naar oplossingen voor grote maatschappelijke problemen worden gehinderd.” Ze eindigt haar betoog met richtlijnen hoe je tot een betere dialoog kunt komen: luister met respect, erken meerdere perspectieven, exploreer onderliggende normen, aannames, zorgen en geef emoties de ruimte. Werk toe naar concrete en haalbare vervolgstappen.
Het laatste onderdeel van de dag bestond uit een slotdiscussie met Mirjam Sterk (natuurgedupeerde provincie Utrecht) en Rob van Westrienen (directeur Zeeuws Landschap) onder leiding van Anton van Haperen (Heimans en Thijsse Stichting). In Zeeland zijn vooral de ganzen een terugkerend knelpunt. Dat geldt in Utrecht zeer zeker ook, mede gezien de kosten, maar voor Mirjam Sterk is de wolf recent een belangrijk dossier geworden. Hoe het maatschappelijk debat zich daarbij gaat ontwikkelen is van veel factoren afhankelijk. Hoeveel natuur, hoe natuurgebieden inrichten, hoe gaan we predatoren beheren. Hoe snel leren we als samenleving om te gaan met de toename. Hoeveel schade vergoeden en accepteren we, etc. Voor de provincie Utrecht is een goede communicatie over de wolf van groot belang, maar duidelijk is ook dat daar nog veel valt te verbeteren.
Een belangrijk punt is (Europese) regelgeving ter bescherming van de overlast gevende diersoorten. Aan de ene kant is deze regelgeving een groot goed. Zij beschermt dieren tegen bedreigingen en vervolging. Bovendien is zij nodig voor de bescherming van andere diersoorten (en habitats) waar het minder florissant mee gaat. Mirjam Sterk gaf echter aan dat die regelgeving ook in de weg kan zitten. Waarom zou je een wolf die regelmatig opduikt in een stadsrand en in een druk bezocht recreatiegebied niet mogen verjagen, zodat hij zijn schuwheid terugkrijgt en de menselijke omgeving gaat mijden? Het uitbannen van maatregelen om dit te bewerkstelligen is koren op de molen van die partijen in het gepolariseerde debat, die wilde dieren geen enkele ruimte willen geven. Natuurbeschermers moeten onderling het gesprek aan gaan over dit soort lastige dilemma’s. In een korte peiling tijdens het symposium bleek een kleine minderheid begrip te hebben voor een soepeler regelgeving waar het gaat om het verjagen van de wolf. Een nog kleinere minderheid was hier tegen. Meer dan driekwart van de aanwezigen had hierover (nog) geen mening. Dat biedt hoop voor een open gesprek over dit soort onderwerpen.
De overheersende slotconclusie van de dag was dat juist de communicatie, de dialoog, over de toename van deze ‘lastige’ diersoorten en de daarbij optredende problemen veel en veel beter moet. Femke Hilderink en Noëlle Aarts gaven daar ook goede handvaten voor. Toch is nog lastig hoe dat dan georganiseerd moet worden. Zeker is wel dat het anders georganiseerd moet worden dan nu vaak het geval is. Het faunabeleid (met de provinciale Faunabeheereenheden in een centrale rol) is tot nu toe (te) sterk gericht op organisaties en het organisatorisch rondzetten van de vergoedingsregelingen en schadebestrijding. Dat is natuurlijk van groot belang maar het organiseren van een dialoog tussen individuele betrokkenen en het kanaliseren van emoties krijgen tot nu toe nauwelijks aandacht. Hier ligt een belangrijke taak voor alle betrokken partijen.
Help mee
om het debat over de natuurbescherming in Nederland te voeren en de oude idealen van Eli Heimans en Jac. P. Thijsse een nieuwe inhoud te geven, zodat de natuur in Nederland een echte toekomst krijgt.
Nieuws
-
Nieuwsbrief juli 2024
De nieuwsbrief van juli 2024 is verzonden naar de donateurs en nu ook hier beschikbaar. In de nieuwsbrief leest u over het volgende symposium van de Heimans en Thijsse Stichting en enkele recentelijk verschenen natuurboeken.
-
Interview Marga Coesèl
In de NRC van 24 juni jl. is een paginagroot interview verschenen met Marga Coesèl. Coesèl, oud-bestuurslid en -conservator van de Heimans en Thijsse Stichting, heeft veel gepubliceerd over de wereld van Heimans en Thijsse en de geschiedenis van de…
Lees meer -
Nieuw deeltje in de Heimans en Thijsse Reeks
Terwijl veel mensen tegenwoordig leunen op sites als waarneming.nl, was de natuurliefhebber nog niet zo lang geleden aangewezen op het oude vertrouwde notitieboekje. Deze ‘opschrijfboekjes’ met veldwaarnemingen staan, samen met andere vormen van natuurdagboeken, centraal in het nieuwste boekje van…
Lees meer -
Tijdelijke alternatieve catalogus Heimans en Thijsse bibliotheek
Tot onze spijt is de online catalogus van de Heimans en Thijsse Stichting al enige tijd uit de lucht. De catalogus – gebouwd als hobbyproject door oud-vrijwilliger Herbert Kuyvenhoven – voldeed niet meer aan de hedendaagse websitevereisten en is op…
Lees meer
Agenda
-
Symposium 2024
Het jaarlijkse symposium van de Heimans en Thijsse Stichting vindt plaats op zaterdag 23 november 2024. Het symposium staat dit jaar in het teken van de recente vestiging en/of verdere verspreiding in Nederland van diverse (grote) wilde dieren. De centrale…
Lees meer