Biografie van Jan Nijkamp (1905-1982)

NijkampBondsvoorzitter

Jan Anton Nijkamp, die op 17 september 1905 geboren werd, zat op de middelbare school toen de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN) werd opgericht. Hij sloot zich vrijwel onmiddellijk aan en werd al gauw een van de meest actieve leden. Nijkamp beschikte over een groot organisatietalent en had een natuurlijk gezag. De Haagse scholier droeg er toe bij dat de jeugdbond in de eerste jaren vorm kreeg en zich niet liet opslokken door de Nederlandse Natuurhistorische Vereniging die aanvankelijk niet zo gelukkig was met het initiatief van de jongeren. In 1924 werd Nijkamp, net achttien jaar oud, gekozen tot bondsvoorzitter.

Nijkamp studeerde biologie aan de Rijksuniversiteit Leiden. Daarna werkte hij eerst enkele jaren als wetenschapper en vervolgens als leraar in het middelbaar onderwijs en directeur van de kweekschool voor onderwijzers(essen) te Den Helder.

Inmiddels had Nijkamp de overstap gemaakt van de NJN, die hij op zijn drieentwintigste jaar vanwege de leeftijdsgrens moest verlaten, naar de NNV. In deze organisatie waar hij zich als scholier zo fel tegen had afgezet, voelde hij zich als volwassene heel goed thuis. Direct na de Tweede Wereldoorlog ondernam Nijkamp stappen om de vereniging, die enigszins was ingeslapen, nieuw leven in te blazen. In 1948 werd hij gekozen tot opvolger van voorzitter G.H. van Burkom. Onder het voorzitterschap van Nijkamp vond in de NNV over de hele linie een sterke opbloei van activiteiten plaats en verkreeg de vereniging het predicaat koninklijk.

Natuureducatie

In hetzelfde jaar had Nijkamp zijn baan in het onderwijs verruild voor die van directeur van de Gemeentelijke School- en Kindertuinen te Den Haag. Onder zijn bezielende leiding ontstond een hecht team dat baanbrekend werk verrichtte op gebied van natuur- en milieueducatie. De Haagse ideeën over het geven van lessen en het inrichten van schooltuinen vonden elders in het land navolging. Veel succes had Nijkamp ook met de uitgave van De Natuur van de Maand, een eenvoudig blaadje voor het onderwijs dat hij ruim dertig jaar verzorgde, eerst  samen met zijn vrouw Atie Nijkamp- de Jeeger, later met hulp van anderen, zoals Wim Schroevers en Harry Wals.

Nijkamp had in 1960 een belangrijk aandeel in de oprichting van het IVN, Instituut voor Natuurbeschermingseducatie, en was de eerste voorzitter. In deze functie nam hij onder meer het initiatief tot organisatie van de grootscheepse herdenking van Thijsses honderdste geboortejaar.

Naast alle werkzaamheden, want behalve van de KNNV en IVN zat hij ook in het bestuur van andere groene organisaties, vond Nijkamp nog tijd voor het publiceren van boeken en krantenartikelen. Hij schreef bij voorkeur niet over zeldzame natuurverschijnselen, maar over gewone huis-tuin- en keukendingen. Net als Heimans en Thijsse vond hij het vooral belangrijk dat mensen, jong en oud, leerden om goed te kijken in de natuur. Zijn bekendste boek met de toepasselijke titel: Zien en ontdekken, beleefde vele herdrukken. Populair waren ook zijn artikelen in Het Vaderland. Een aantal van de ongeveer duizend columns, voorzien van tekeningen van zijn vrouw en zijn dochter Erica, zijn gebundeld onder de titel Ik zie. ik zie wat jij ook kunt zien.

Jan Nijkamp stierf op 12 november 1982, twee jaar na de voltooiing van zijn boek over de geschiedenis  van de KNNV. Zijn naam leeft onder meer voort in de Jan Nijkamp-prijs, een aanmoedigingsprijs voor jonge onderzoekers, die in 1962 bij zijn afscheid als voorzitter door de KNNV werd ingesteld en de Jan Nijkamp-lezingen die sinds 1986 door deze vereniging worden georganiseerd.

Marga Coesèl In: Heimans en Thijsse Nieuwsbrief nr. 26, juni 2004