Rond 1900 zorgden Heimans en Thijsse met hun populaire boekjes en artikelen voor een groeiende belangstelling voor de inheemse natuur. Zij waren echter niet de eerste auteurs die het publiek de ogen openden voor de rijkdom van de ‘eenvoudige’ natuur dichtbij huis. Dat blijkt uit een tot proefschrift bewerkte bundel van vijf artikelen van Leen Dresen over ‘natuurjournalistiek’ in Nederland in de tweede helft van de negentiende eeuw. De historica promoveerde op 13 maart jongstleden aan de Universiteit van Amsterdam, vlak voordat de beperkende maatregelen vanwege het coronavirus roet in het eten konden gooien.
In Op weg naar nationale natuur: natuurjournalistiek in Nederland, 1850-1910 beschrijft Dresen hoe de perceptie van de natuur in eigen land langzaamaan veranderde. Tot halverwege de negentiende eeuw richtten Nederlandse natuurschrijvers hun blik voornamelijk op andere landen, waar bos- en berggebieden beantwoordden aan de romantische visie op de echte, wilde natuur. Rond 1850 ontstond er steeds meer waardering voor de ‘alledaagse’ natuur in eigen land. Een nieuwe generatie auteurs kreeg oog voor de natuur in de eigen omgeving en trok eropuit om hier op enthousiasmerende wijze verslag van te doen. In de beschrijvingen van hun wandeltochten spoorden auteurs als Geertruida Carelsen en Heinrich Witte hun lezers aan om ook zelf op pad te gaan om de natuur te bestuderen. Volgens Dresen ontwikkelden de negentiende-eeuwse natuurjournalisten een ‘biologische’ kijk op het Nederlandse landschap, die onder meer tot uitdrukking kwam in een onderverdeling in verschillende landschapstypen, zoals bos, heide en rietland. Zij betoogt dat de opdeling in geabstraheerde biotopen sindsdien kenmerkend is gebleven voor het Nederlandse natuurbeleid.
Alle deelstudies in Op weg naar nationale natuur verschenen eerder in (nagenoeg) ongewijzigde vorm als tijdschriftartikel. Deze artikelen zijn op zichzelf stuk voor stuk zeer lezenswaardig. Vanwege de specifieke onderwerpen staan zij op het eerste gezicht echter maar losjes in verband met elkaar. De grote meerwaarde van Dresens proefschrift zit hem dan ook in de uitgebreide synthese die voorafgaat aan de deelstudies. Hierin geeft zij een verhelderend overzicht van de ontluikende natuurjournalistiek in Nederland. Dresen gaat uitgebreid in op de overeenkomsten en verschillen tussen de diverse auteurs. Daarnaast zoekt zij een antwoord op de vraag in hoeverre de auteurs de landschappen en dier- en plantensoorten die zij beschreven aanprezen als typisch nationale natuur. Door de geslaagde combinatie van gedetailleerde casestudies en een overkoepelende analyse vormt Dresens proefschrift een waardevolle bijdrage aan de geschiedschrijving over natuurstudie en natuurbeleving in Nederland.
Op weg naar nationale natuur is (nog) niet in de boekhandel verkrijgbaar. Voor informatie over het bestellen van een exemplaar kunt u contact opnemen met de auteur via loket.dresen@xs4all.nl.