Natuurmonumenten bestaat dit jaar honderd jaar. De vereniging, die in 1905 begon met een handjevol leden en een startkapitaal van honderd gulden, beheert nu (anno 2005) bijna 90.000 hectare natuurgebieden en telt ruim 900.000 leden. Het succes is voor een groot deel te danken aan de mannen van het eerste uur. Zonder mensen als P.G. van Tienhoven zou Natuurmonumenten beslist niet zijn geweest wat zij nu is.
Van Tienhoven en Natuurmonumenten
Pieter Gerbrand van Tienhoven werd op 19 november 1875 in Amsterdam geboren als telg van een gegoede familie. Zijn vader, de jurist Gijs van Tienhoven, bekleedde onder meer de functies van burgemeester en minister. Van Tienhoven jr, die een passie had voor vogels, begon na het gymnasium eerst met de studie plant- en dierkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Omdat de opleiding hem niet beviel, zwaaide hij al snel om naar rechten. Deze studie sloot hij af met een promotie.
Daarna begon hij een loopbaan als assuradeur in het verzekeringswezen. De dagelijkse beslommeringen liet Van Tienhoven vrijwel geheel over aan zijn procuratiehouder. Zelf besteedde hij de meeste tijd aan de natuurbescherming. Op grond van zijn uitstekende kennis van de financiële wereld en zijn bestuurlijke kwaliteiten nam Van Tienhoven al gauw een dominante positie in binnen het bestuur van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland. In 1907 volgde hij H. Heukels op als penningmeester, in 1923 werd hij daarnaast benoemd tot vicevoorzitter en vier jaar later tot voorzitter, als opvolger van J.Th.Oudemans. Bijna een kwart eeuw combineerde Van Tienhoven daarna het werk van penningmeester en voorzitter. Samen met de tien jaar oudere Jac. P. Thijsse, als secretaris, vormde hij een ijzersterk duo, dat gesteund werd door de Texelaar J. Drijver die eind 1913 als administrateur in (betaalde) dienst kwam van Natuurmonumenten. Na de dood van Van Tienhoven in 1953 werd zijn huis aan de Herengracht 540 het verenigingskantoor, waar ook andere natuurorganisaties een plaatsje vonden.
Toekomstvisie
Van Tienhoven was een man met visie. Op zijn voorstel werden niet alleen wetenschappelijk waardevolle gebieden aangekocht, maar ook bossen en andere terreinen die het grote publiek aanspraken, de zogenoemde wandelgebieden. Door dit beleid kreeg de natuurbescherming een bredere basis. Een ander belangrijk punt was dat hij – tegen de mening van de toenmalige wetenschappers in – niet aarzelde om werkzaamheden te laten uitvoeren in natuurterreinen omdat hij de opbrengst aan riet en hout nodig had, maar ook omdat hij uit ervaring wist dat dergelijke ingrepen vaak nodig waren om de natuurwaarde van die terreinen te handhaven.
Van Tienhoven was een meester in het leggen en onderhouden van contacten met gemeenten, provincies en het Rijk. Om het werk van natuurmonumenten te versterken nam hij het initiatief tot oprichting van het Gooisch Natuurreservaat. Ook de meeste Provinciale Landschappen kwamen door zijn toedoen tot stand. Behalve voor natuur en landschap zette Van Tienhoven zich in voor het behoud en herstel van stedenschoon en karakteristieke molens. Hij was mede-oprichter van de Bond Heemschut en dertig jaar lang de spil van de Vereniging De Hollandse Molen.
Daarnaast spande Van Tienhoven zich met succes in voor de internationale natuurbescherming. Hij wist te bereiken dat in verschillende landen commissies werden opgericht. Zelf was hij voorzitter van de Nederlandse Commissie. Van Tienhoven stond tevens aan de voet van het Office International pour la Protection de la Nature, een documentatiecentrum dat thans deel uitmaakt van het IUCN
Rebellie vanuit de NJN
Tegen het eind van zijn loopbaan kwam Van Tienhoven in aanvaring met jonge en rebellerende leden van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie die hem ondemocratisch en autoritair gedrag verweten. De oude voorzitter reageerde diep geschokt, maar wist het conflict met grandeur tot een bevredigende oplossing te brengen.
Piet van Tienhoven ontving diverse binnen- en buitenlandse onderscheidingen, onder andere een eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam. Hij stierf op 5 mei 1953. Zijn as werd bijgezet in zijn geliefde natuurmonument Kampina in Noord-Brabant, een voormalig landgoed van de familie Van Tienhoven.
Marga Coesèl In: Heimans en Thijsse Nieuwsbrief nr. 28, juni 2005