Nieuw deel in Heimans en Thijsse Reeks

Vorige week verscheen alweer een nieuw boekje in de snel groeiende Heimans en Thijsse Reeks, die de Heimans en Thijsse Stichting uitgeeft in samenwerking met de KNNV. Na eerdere boekjes over het Naardermeer, Heimans en Frederik van Eeden nam Marga Coesèl ook het vijfde deel in de serie voor heer rekening. In Het begon allemaal in Artis geeft de conservator van de Heimans en Thijsse Stichting een heel mooi overzicht van de opkomst van de natuurbescherming in Nederland.

Het verhaal van de vroege Nederlandse natuurbeschermingsbeweging is bij veel mensen globaal bekend, niet in de laatste plaats vanwege de prominente rol die de nog altijd populaire Jac. P. Thijsse hierin speelde. Wanneer dit onderwerp ter sprake komt, richt de aandacht zich echter vaak op de gezichtsbepalende personen en enkele mijlpalen uit de beginperiode, zoals de aankoop van het Naardermeer als eerste natuurmonument in 1905. Als gevolg van deze focus zijn sommige aspecten van de vroege natuurbescherming altijd wat onderbelicht gebleven. Zo ook het feit dat Artis jarenlang van cruciaal belang was als voedingsbodem voor ontluikende talenten en verenigingen op het gebied van natuurstudie en -bescherming. Met Het begon allemaal in Artis levert Coesèl een waardevolle bijdrage om deze vergeten episode van de geschiedenis van natuurbescherming en van ’s lands oudste dierentuin uit de vergetelheid te halen.

Kraamkamer

Artis was rond de voorlaatste eeuwwisseling een ware kraamkamer voor de natuurstudie- en natuurbeschermingsbeweging. De dierentuin bood plaats aan zowel de oprichting (beide in 1901) als latere bijeenkomsten van de Nederlandse Natuurhistorische Vereniging en de Nederlandse Ornitologische Vereniging, die zich van al bestaande natuurverenigingen onderscheidden door hun laagdrempelige, niet zuiver wetenschappelijke karakter. In 1905 vond ook de oprichting van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland plaats in Artis.

De faciliterende en stimulerende rol van Artis was vooral te danken aan het enthousiasme van Coenraad Kerbert, die vanaf 1890 tot aan zijn dood in 1924 als directeur de koers bepaalde. Waar Artis aanvankelijk een nogal elitaire uitgaansgelegenheid was voor betalende leden, probeerde Kerbert ook het gewone volk de dierentuin in te krijgen en hen te interesseren voor het bestuderen van de natuur. Hiertoe nam hij onder meer het initiatief tot het houden van een zogenoemde Biologische Tentoonstelling, waar het publiek aan de hand van nagemaakte, met (opgezette) dieren verlevendigde natuurlandschappen kennis kon maken met de rijkdom van de inheemse en uitheemse natuur.

Volgens Thijsse was Kerbert ‘een echte geleerde’, die zich echter niet te groot voelde om ‘in volle sympathie samen te werken met ons leeken.’ Die ‘leeken’ waren Heimans en Thijsse zelf, die voor het schrijven van hun eerste gezamenlijke boekjes (nu bekend als de reeks Van vlinders, bloemen en vogels) op zoek waren naar ondersteuning en van Kerbert ruimhartig toegang kregen tot zijn bibliotheek en verzamelingen.Thijsse memoreerde in 1927 dat Heimans en hij in de ogen van Kerbert een belangrijke schakel vormden tussen de wetenschap en de ‘kinderen en eenvoudigen.’

Het is duidelijk dat Artis, ook dankzij Kerbert, zowel direct als indirect een niet te onderschatten rol heeft gespeeld in de popularisering van de natuurstudie.

De Heimans en Thijsse Reeks

De Heimans en Thijsse Reeks is inmiddels uitgegroeid tot een mooie serie van rijk geïllustreerde boekjes over de geschiedenis van de Nederlandse natuurbescherming. De boeken zijn geschreven in dezelfde toegankelijke stijl als het werk van Heimans en Thijsse. Bovendien zijn alle boekjes uit de reeks rijkelijk voorzien van mooi oude foto’s en illustraties.De hele serie is beschikbaar via de webshop van de KNNV.