Op 26 april jongstleden verdedigde Frank Saris zijn proefschrift aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Het oud-bestuurslid van de Heimans en Thijsse Stichting promoveerde op een biografie over Victor Westhoff, wiens denken over natuurbeheer en -bescherming in Nederland van grote invloed is geweest.
Frank Saris is een bioloog met bijzondere belangstelling voor de geschiedenis van de natuurbescherming. Rond het honderdjarig bestaan van Vogelbescherming was hij initiatiefnemer en eerste auteur van een publicatie over een eeuw vogels beschermen in binnen- en buitenland. Na zijn pensionering begon Saris aan een proefschrift over Victor Westhoff (1916-2001), de bioloog-dichter die lange tijd één van de gezichtsbepalende figuren was binnen de Nederlandse natuurbeschermingsbeweging.
Westhoff schreef goed, graag en veel. Zijn schriftelijke nalatenschap omvat ruim zevenhonderd publicaties en een veelvoud daarvan aan brieven. Voor zijn proefschrift heeft Saris zogezegd elk snippertje van Westhoffs correspondentie doorplozen. De consciëntieuze aanpak heeft geresulteerd in een rijke biografie, die dankzij Westhoffs spin-in-het-webpositie tegelijkertijd een goed beeld schetst van de natuurbeschermingsbeweging in de tweede helft van de twintigste eeuw. Natuurbescherming als hartstocht vult daarmee een leemte op in de geschiedschrijving over natuurbescherming in Nederland. Tegelijk met de officiële dissertatie verscheen een rijk geïllustreerde handelseditie, die veel beeldmateriaal uit de collectie van de Heimans en Thijsse Bibliotheek bevat.
Westhoff als invloedrijke plantensocioloog
Als jonge wetenschapper speelde Westhoff een voortrekkersrol in de verbreiding en professionalisering van de plantensociologie, de tak van biologie die de samenstelling van plantengemeenschappen tot studieobject heeft. De invloed van omgevingsfactoren neemt hierbij een centrale plaats in. Westhoffs botanische inzichten weerspiegelden zich in zijn visie op natuurbeheer, waarin nadrukkelijk een plaats was ingeruimd voor de mens. Hij benadrukte dat, afgezien van de duinen, alle natuurlijke landschappen in Nederland het resultaat waren van een vaak eeuwenlange wisselwerking tussen mens en natuur. Voor deze extensief beheerde landschappen muntte hij het begrip half-natuur.
Westhoff ging in tegen de toentertijd prevalerende opvatting dat echte natuur aan haar lot diende te worden overgelaten. Aanvankelijk stuitte deze visie op veel weerstand, maar uiteindelijk wisten Westhoff c.s. de meeste non-interventionisten van hun standpunt te overtuigen. Westhoff was vanaf 1957 hoofd van de afdeling Botanie van het toenmalige RIVON, waar hij het theoretisch fundament van zijn visie op natuurbeheer in nauwe samenwerking met collega Chris van Leeuwen verder ontwikkelde.
Naast zijn liefde voor de natuur koesterde Westhoff warme belangstelling voor psychologie, klassieke muziek, literatuur en godsdienst. Hij toonde bovendien grote maatschappelijke betrokkenheid, die vooral tot uiting kwam in zijn inzet voor natuurbescherming. Westhoff spande zich lange tijd in om het draagvlak voor natuurbescherming in de samenleving te vergroten, niet in de laatste plaats bij boeren en cultuurtechnici.