Jac. P. Thijsse (1865-1945) woonde van 1902 tot aan zijn dood in Bloemendaal. Thijsse had de Kennemerduinen dus ruim veertig jaar zogezegd als achtertuin. Hij kende het gebied door en door en was dan ook als geen ander in staat om het natuurwetenschappelijke en landschappelijke belang van dit deel van de Noord-Hollandse duinen te beoordelen. Het was dus geen wonder dat men bij Thijsse uitkwam toen hier voor het opstellen van het streekplan Zuid-Kennemerland behoefte aan was. De Provinciale Planologische Dienst vroeg Thijsse in 1944 om op een kaart van de Kennemerduinen aan te geven welke terreinen bescherming verdienden. In verschillende brieven uit deze periode (verzameld door Marga Coesèl in Wanhoop nooit aan vooruitgang) noemt hij dit een zeer leuk werk.
De kaart staat vol met Thijsses aantekeningen over de soorten vegetatie en broedplaatsen van bijzondere vogels. Omdat de duinen in de laatste oorlogsjaren niet toegankelijk waren, moest Thijsse hiervoor putten uit zijn geheugen en de naar eigen zeggen ‘occasionele aanteekeningen’ uit zijn dagboeken. In een recent artikel in De Boekenwereld merkt Ruud Vlek hierover op dat het in werkelijkheid om uitvoerige en gedetailleerde notities gaat.
In zijn bespreking gaat Vlek ook in op het grote aantal veldnamen dat Thijsse gebruikte om gebiedjes mee aan te duiden. Vleks boeiende analyse van de kaart is hier te lezen. De kaart is in bezit van Stichting Thijsse’s Hof in Bloemendaal. Op de website Duinen en mensen is een kwalitatief goede afbeelding van dit unieke document beschikbaar.